Het is een minuut of vijf voor half negen als ik die vrijdagochtend de Twingo parkeer naast de school. Met een luide klik klapt het steekkarretje open en stapel ik krat op kist en sla de boven op een stok gespietste tulband bakvorm onder mn arm. Een krat met helmen en een foedraal vol wapentuig laat ik achter, dat spul komt later in de ochtend tevoorschijn op het toneel. Waar ik ook kom en welke school ik ook ben, kinderen en vooral jongens zijn hevig geïnteresseerd in dit authentieke leskist materiaal.
Niet veel later sta ik tussen een kudde kids voor de deuren van de basisschool en wordt de deur voor me opengezwaaid. Ze weten dat ik kom, daar had de leerkracht al het een en ander over verteld.
“Heeft u de wapens ook weer bij u, meneer?” vraagt een van de knuppels uit groep acht enthousiast. Het jonge ventje had in groep 7 duidelijk goed geluisterd en zijn oortjes open gehad, dat beloofd wat goeds voor de dag en het brengt me in gedachten een paar jaar terug in tijd. De school viel mij twee jaar terug ook al op door het onverwachte en hoge niveau, zeker voor een school met amper 80 leerlingen, in een klein dorpje aan de rand van Noord-Nederland. Ik weet nog dat ik de leerkracht er mee complimenteerde waarop ze lachend reageerde dat ik dat “zeker bij elke school zei”… nou nee, dus niet. Terwijl ik deze ochtend de spullen uitstalde om te ochtend beginnen werd duidelijk dat mijn boodschap bij meerdere leerlingen van deze groep was blijven hangen. Sommigen wisten haast nog letterlijk en inhoudelijk het hoe, wat en waarom op te lepelen, hoezo verbazend… zeker als je beseft dat ik maar 1x per jaar een ochtend op een school kom. Heel enkel komt het voor dat leerlingen in een combinatiegroep me twee keer in hun leven tegen kunnen komen, zoals nu.
Op deze school in Drieborg doen ze iets goeds, ook nu was het geheugen van meerdere leerlingen opmerkelijk. Het zorgde er in elk geval voor dat ik mijn geplande onderwerpen voor die ochtend ter plekke bijstelde. Het Kerstbestand van 1914, een deel van de Hongerwinters en ook het verhaal van Sana Alabed sneuvelde, het verhaal achter het Hakenkruis en Handen Omhoog tijdens WOI kreeg wat meer aandacht en ook deze keer hadden ze hun oortjes en oogjes goed open. Na het verhaal van het mannetje met het snorretje, de omhoog zwiepende arm, tulbandcake en meer was het eerst pauze. Een paar leerlingen werden gecharterd om het wapentuig en de kist met helmen en uitrustingstukken naar binnen te marcheren. Er kon een vette oorlog gestart worden, eentje waarbij altijd een ander sterft en jij nooit.. tenminste dat lijkt in veel hoofden vast verankerd te zitten.
Gewapend met wapens en helmen was de klas alras omgetoverd tot een gemêleerd legertje van dappere Duitsers, Franse, Engelse, Amerikaanse en Nederlandse soldaatjes. Alleen jongens natuurlijk, want meisje die mochten niet mee doen… wat tot luid protest leidde. Stemmen die al snel niet meer zo enthousiast klonken nadat de wapens & het tuig wat nader toegelicht en de (uit)werking quasi gedemonstreerd werd. Gelachen werd er zeker, een flinke dosis humor is in dit droeve verhaal zeker geen overbodige luxe. De moraal van het verhaal was dat het de kinderen duidelijk geworden is dat leugens veel dodelijker zijn dan kogels en dat ze in alles vooral ZELF moeten denken in plaats van alles voor zoete koek aan te nemen en zeker niet als een schaap willoos alles NA denken wat VOOR gedacht wordt.
’t Was voor mij weer een zinvolle dag, hoe kan het ook anders: een leuke klas, aardige kinderen, goede leerkracht en een prima school.