Home » Geschied-en-is » De lijkenfabrieken van WOI

De lijkenfabrieken van WOI

zeep

In 1917 verschenen er propagandaverhalen in de geallieerde kranten waarin verteld werd dat Duitsland dode soldaten niet begroef maar ze naar grote fabrieken bracht om ze in grote stoomovens te koken!! Op 16 april 1917 werden in de Engelse krant de ‘Times’ deze ‘Kadaver’ fabrieken (Corps Exploitation Establishments) voor het eerst genoemd.

In de fabrieken zouden de dode (Duitse maar óók Engelse) soldaten worden gekookt om er (nitro) glycerine uit te halen waaruit het explosieve middel TNT gemaakt werd. Het vet werd gebruikt om zeep van te maken en de olie werd gebruikt om de Duitse geweren en de kanonnen te smeren. Van alle overgebleven mensenrestjes werd veevoer en mest gemaakt voor in de groentetuin. De Engelse burgers waren woedend op de “Duitse Barbaren.”

Na de oorlog bleek ook dit verhaal van voor tot achter gelogen te zijn. Generaal J.V. Charteris van de Engelse Geheime Dienst verklapte op 2 november 1925 in een vergadering in New York dat HIJ dat allemaal verzonnen had! In werkelijkheid werden in Engeland, Frankrijk en Duitsland dode paarden en ezels in fabrieken verwerkt om dááruit olie, glycerine, vet, zeep, mest en beendermeel te halen. Engeland had in Frankrijk zelfs de grootste ‘kadaverfabriek’ waarmee ze 9.000.000 kg glycerine (TNT) uit dode beesten had gehaald.