(een lang verhaal, maar als je het gelezen hebt snap je iets meer over oorlog)
De Amerikaans-Spaanse oorlog van 1898
Deze korte oorlog tussen Amerika en Spanje is door de meeste mensen alweer vergeten. Tóch is die oorlog nét zo dodelijk geweest als andere oorlogen (voor- en na die tijd) en ook om die oorlog te maken werd gebruik gemaakt van het oude ‘oorlogsrecept’. Als je goed oplet kun je hieronder lezen hoe het oorlogsrecept ongeveer gebruikt is.
Amerika was in 1898 nog niet zo machtig maar wel druk bezig om de ‘supermacht’ te worden die het nu wél is. Op de Caraïbische eilanden, Hawaï en de Filippijnen voor de Amerikaanse kust was Spanje al sinds de tijd van Christoffel Columbus de baas. Een kleine groep machtige politici en bankiers vonden dat de eilanden onder Amerikaanse controle moesten komen en dat Amerika de baas moest worden over deze eilanden. Ze gingen aan de slag en haalden het handige ‘oorlogsrecept’ uit de kast.
Het begin
In 1868 begon de Amerikaanse regering de rebellen van het eiland Cuba te steunen die tegen de Spaanse bezetter in opstand waren. De opstand zou tien jaar gaan duren en héél veel Cubaanse burgers werden tot 1878 in die opstand vermoord.
In 1885 begon de Amerikaanse sensatiepers – ook wel de ‘Jingo Pers’ genoemd van de krantenbazen Joseph Pulitzer en William Randolph Hearst – de Cubaanse rebellen te steunen in hun strijd tegen de Spaanse bezetter.
In 1890 schreef de Amerikaanse politicus Alfred T. Mahan een plan met de naam: ‘The Influence of Sea Power upon history, 1600-1783’. (De invloed van zeemacht in de geschiedenis van 1600 tot 1783) Daarin schreef Mahan dat de Caraïbische eilanden, Hawaï en de Filippijnen érg belangrijk waren voor de Amerikaanse economie. Om de Amerikaanse economie goed te kunnen beschermen was het volgens hem nodig dat Amerika militaire bases op die eilanden moest bouwen. Klein probleempje daarbij was dat Spanje zoiets op ‘haar grondgebied’ natuurlijk nooit goed zou vinden. Als Spanje niets meer over die eilanden te zeggen zou hebben was het natuurlijk heel wat anders.
Om te helpen de plannen van Mahan te laten lukken werden in 1892 in Amerika twee organisaties opgericht: één voor Cuba – de Cubaanse Revolutionaire Partij ‘El Partido Revolucionario Cubano’ en één voor de Filippijnen – de Filippijnse organisatie ‘La Liga Filipina’. De ‘El Partido Revolucionario Cubano’ werd opgericht om Cubaanse rebellen te steunen in hun strijd tegen de Spaanse bezetter en ‘La Liga Filipina’ moest ervoor gaan zorgen dat ‘de Democratie’ naar de Filippijnen gebracht zou worden.
(‘making de Filippines ready for democracy’)
Een paar jaar later, in 1895, werd op Cuba zelf de onafhankelijkheidsbeweging ‘Ejército Libertador de Cuba’ opgericht. Samen met de Amerikaanse organisatie ‘El Partido Revolucionario Cubano’ moest deze organisatie met Amerikaanse hulp een opstand in Cuba tegen de Spaanse bezetter organiseren.
In 1896 vertelden de Amerikaanse senatoren John T. Morgan en Donald Cameron dat ze erg bezorgd waren over de veiligheid van de Amerikaanse burgers en bedrijven op Cuba en de Filippijnen. Ze vroegen de Amerikaanse president om de crisis goed in de gaten te houden. Als de opstanden uit de hand zouden lopen en Spanje te weinig controle over de crisis zou hebben moest volgens hen het Amerikaanse leger ingrijpen en de burgers en de Amerikaanse belangen beschermen.
De Amerikaanse marinespecialist William Warren Kimball had daarvoor – toevallig in datzelfde jaar – nét een militair plan geschreven. Als de crisis op Cuba en de Filippijnen ‘per ongeluk’ een oorlog zou worden tegen Spanje had hij al precies bedacht wat de beste strategie zou zijn. Om de Spaanse bezetter te verslaan moest volgens hem de Amerikaanse vloot de Cubaanse stad Havana en de Filippijnse stad Manilla aanvallen.
De rellen en opstanden in Cuba en de Filippijnen werden steeds erger. Toen Spanje de opgepakte Cubaanse rebellenleider Adolfo Rodrígez in 1897 doodschoot begon de ‘Jingo Pers’ (goedkope en veelgelezen ‘roddelbladen’ met veel sensatie- en fantasieverhalen) een groot ‘propagandabombardement’. William Randolph Hearst en John Pullitzer lieten in hun kranten de ‘New York Times’ en de ‘New York World’ grote propagandaverhalen schrijven waarmee ze de Amerikaanse burgers probeerden op te jutten en bang te maken.
Dat lukte aardig!
Ze maakten de burgers bang en wijs dat er gevaar dreigde. De Amerikaanse regering stuurde een oorlogsschip naar de haven van Havana – de ‘USS Maine’ – om in noodgevallen de eigen burgers op Cuba te beschermen en te kunnen helpen ontsnappen. Steeds meer mensen vonden dat Amerikaanse soldaten moesten helpen om op Cuba en de Filippijnen de ‘Vrede, Veiligheid en Democratie’ te redden!
Spanje deed ondertussen zijn best om de opstanden in Cuba en de Filippijnen de kop in te drukken. Onder druk van de Amerikaanse regering zouden de eilanden in 1898 zelfs meer zelfstandigheid krijgen. Het zou allemaal niet helpen, Amerika wilde eigenlijk niets anders dan dat Spanje de eilanden zou opgeven zodat zij daar zélf de baas konden zijn.
De vrede ontploft
Op 15 februari 1898 gebeurde er iets dat alles zou veranderen. Om tien over halftien die avond ontplofte met een luide knal het Amerikaanse oorlogsschip en 266 matrozen kwamen daarbij om. Amerika beschuldigde Spanje ervan dat zij de ‘USS Main’ hadden aangevallen en opgeblazen met een mijn. Spanje ontkende de beschuldiging en beweerde dat Amerika zélf achter de aanslag zat om een excuus te hebben om een oorlog te beginnen.
De Amerikaanse kranten stonden de volgende dag vol met artikelen over de ontploffing van de ‘USS Main’ en het ‘propagandabombardement’ werd steeds erger. Op de voorpagina van de ‘New York Journal’ stond met grote koeienletters te lezen: “Remember the Maine, to hell with Spain!”. (Denk aan de Main, naar de hel met Spanje) De kranten stuurden hun verslaggevers alvast vooruit naar Cuba om de oorlog voor de lezers te kunnen beschrijven. Krantenbaas Hearst stuurde de journalist en tekenaar Frederic Remington naar Cuba, maar toen die in daar aankwam zag hij nergens een vette oorlog en hij vroeg na een tijdje aan zijn chef of hij naar huis terug kon gaan.
Krantenbaas Hearst stuurde hem toen een telegram met daarin de tekst:
“Please remain. You furnish the pictures while I’ll furnisch the war”.
(Blijf alsjeblieft waar je bent. Als jij voor de tekeningen zorgt zal ik voor de oorlog zorgen….!)
Het ‘propagandabombardement’ werd steeds erger en steeds meer kranten gilden het bijna uit dat de Amerikaanse regering moest ingrijpen. Als Amerika niet hielp, wie moest dan die arme Cubanen en Filippino’s redden van de Spaanse onderdrukker?
De oorlogsleugens begonnen resultaat te krijgen!
Op 19 maart 1898 besloot de Amerikaanse regering om 5.000.000 (5 miljoen) dollar klaar te leggen voor het leger voor het geval het ‘per ongeluk’ oorlog werd. Amerika stuurde een waarschuwing aan Spanje dat ze haar soldaten van Cuba moest weghalen. Senator Redfield Proctor uit de staat Vermont eiste zelfs dat Amerika de Spaanse bezetter de oorlog zou verklaren als ze niet deed wat er gezegd werd.
Senator Redfield Proctor kreeg op 4 april 1898 steun van de Amerikaanse pers. In meer dan 4.000.000 (4 miljoen) kranten werd geëist dat Amerika de arme Cubaanse en Filippijnse bevolking moest helpen en de Spaanse bezetter de oorlog moest verklaren. Vanaf dat moment gebeurden er heel veel dingen die ervoor zouden zorgen dat het ook écht oorlog zou worden.
Op 9 april 1898 stelde Spanje voor om vooral rustig te blijven, aan de onderhandelingstafel te blijven zitten en niet direct aan een oorlog te denken. Maar….. dáár voelde Amerika niets voor. Op 11 april 1898 vroeg president William McKinley aan de Amerikaanse regering toestemming om aan de Spaanse bezetting van Cuba een einde te maken. Op 19 april 1898 kreeg de president zijn zin en gaf de volledige Amerikaanse regering toestemming voor een ‘beperkte’ oorlog. Op 21 april 1898 gaf de president het bevel aan de vloot om uit te varen. Op 22 april 1898 verliet de Amerikaanse vloot de marinehaven van Key West in Florida.
Op 25 april 1898 was het dan ‘eindelijk’ zover, de langverwachte oorlog was officieel begonnen en op 1 mei 1898 begonnen de gevechten. De kanonnen van de Amerikaanse oorlogsschepen schoten in een 6-uur durende zeeslag de hele Spaanse vloot in stukken. De Amerikaanse pers juichte en jubelde.. maar, de oorlog was nog niet voorbij. Om goed oorlog te kunnen blijven voeren waren er behalve mensen ook enorme bedragen nodig om het betere oorlogsgereedschap te kunnen kopen. Op 2 mei 1898 gaf de Amerikaanse regering nog eens 35.000.000 (35 miljoen) dollar uit om ervoor te zorgen dat de Amerikaanse troepen genoeg moordgereedschap zouden hebben.
Gewonnen
Spanje was geen sterke tegenstander en op 10 december 1898 was de Amerikaans-Spaanse oorlog definitief voorbij. Dit was de eerste ‘koloniale oorlog’ van Amerika, een oorlog die als de ‘Splendid Little War’ (geweldige kleine oorlog) in de Amerikaanse geschiedenisboekjes terecht zou komen. Amerika was – precies volgens het plan uit 1896 van marinespecialist William Warren Kimball – de baas geworden van de Caraibische eilanden, Hawaï en de Filippijnen!
Hoe het afliep met Spanje?
Zij kregen als troostprijs een bedrag van 20.000.000 (20 miljoen) dollar omdat zij de eilanden waren kwijtgeraakt aan de nieuwe meesters.
Hoe het afliep met de Filippijnen?
Ook al was de Spaanse bezetter van de Filippijnen verdreven, de strijd was daar nog lang niet voorbij. Amerikaanse soldaten vochten nu tégen de Filippino’s die helemaal geen behoefte hadden aan de Amerikaanse ‘Vrede en Veiligheid’.
Maar de Amerikaanse president William McKinley vond het een Amerikaanse plicht om de Filippino’s met alle geweld ‘als gelijkwaardig te behandelen, hen op te voeden, te beschaven en te bekeren tot het christelijk geloof’. In 1901 zou de Amerikaans-Filippijnse oorlog uitbreken, een oorlog die door de latere president Theodore Roosevelt ‘de meest glorieuze oorlog in de Amerikaanse geschiedenis’ genoemd zou worden. De gevechten zouden doorgaan tot in de Eerste Wereldoorlog!
Hoe zat dat nou met de ‘USS Main’?
Bijna 80 jaar later zou uit Amerikaans onderzoek naar voren komen dat er van een ‘Spaanse aanslag’ helemaal geen sprake was. De explosie op de ‘USS Main’ was van binnenuit gekomen!!