Als hij het lokaal van groep acht binnenloopt hoort hij haar stem achter zich. “Meneer, meneer”, klinkt haar stem “meneer, meneer”.. Als hij omkijkt ziet hij haar staan, een naar verhouding groot, wat stevig meisje met donker haar. Nu ze zijn aandacht gevangen heeft gaat ze verder,
“meneer.. ik haat hem!”
Hij kijkt haar verbaasd aan, niet alleen om haar woorden maar zeker ook om het enthousiasme waarmee ze deze woorden uitspreekt. Haar gezicht lijkt te lachen en haar ogen glinsteren. “Ik haat hem”, herhaalt ze en wijst daarbij beslist met haar priemend uitgestrekte wijsvinger naar een kleine tengere jongen met kort geknipt blond haar aan de andere kant van het lokaal. Voorovergebogen achter zijn tafel kijkt het knulletje met een half opgeheven hoofd angstig haar richting uit en dan naar hem.
Hij kijkt verwonderd naar het tafereel, hij heeft al veel gezien in de afgelopen tien jaar dat hij als gastdocent Vredesonderwijs actief is op scholen. De school waar hij nu is daar komt hij al een jaar of acht en staat in een middelgroot dorp. Een deel van de kinderen is afkomstig van het AZC dat even verderop ligt. Voordat hij zijn gastles start spreekt hij het mollige meisje aan. “Vertel me er eens meer van, waarom haat je die jongen, dan? Ik ken hem niet maar volgens mij ziet hij er leuk uit, vertel me eens, waarom?”
”Hij is een vieze Serviër” antwoordt ze.., “oh?”
Dan gaat ze verder “wij haten Serviërs, ik ben een Bosniër” vertelt ze er verklarend achteraan met een gezichtsuitdrukking zo van ”nou snapt u het zeker wel”. Haar klasgenootjes knikken daarbij instemmend en voor hen is het duidelijk een gesneden plak-koek-verhaal. Terwijl hij haar aankijkt verhaalt ze verder, over dat de Bosniërs vroeger met de Serviërs in oorlog waren, de Moslims tegen de Christenen, dat haar vader nog tegen de vieze Serviërs gevochten heeft en dat ze voor de oorlog gevlucht zijn naar Nederland.
Hij is even stil en reageert dan op haar woorden.
“Zo”, zegt hij “en wat dacht je toen, we nemen de haat mee en gaan dan in Nederland gewoon weer verder met oorlog voeren? Bij ons in Nederland vragen jullie veiligheid, krijgen jullie dat van ons en dan gaan jullie gewoon verder vechten? Nou weet je, je klasgenootjes in deze groep, de kinderen in dit land, die willen dat cadeau niet, die willen niet zoals jij en die jongen die je aanwees voor oorlog vluchten. Deze kinderen willen niet vluchten voor honger, geweld en dood maar in vrede leven. Denk daar maar eens over en luister eens naar het verhaal dat ik zo meteen ga vertellen, misschien dat je daarna iets meer snapt over hoe oorlogen komen en gemaakt worden. Praat er dan maar eens over met je vader en als hij de haat voor andere mensen niet vergeten kan en door blijft geven, dat hij dan misschien maar weer terug moet gaan. Wij, Nederlandse mensen willen geen oorlog in ruil voor vrede. Denk nog eens na over wat je me net zo duidelijk vertelde..
meneer, ik haat hem!
.. en de haat komt mee …