Vanaf de Franse Revolutie werden in veel landen wetten aangenomen waardoor gewone burgers ook verplicht werden om mee te vechten in een oorlog. Dat gebeurde ook in het nieuwe Nederlandse koninkrijk. Die wet zorgde voor de zogenaamde dienst-plicht. Ook de opleiding voor de vechtspecialisten werd aangepast. In 1826 sloot koning Willem I alle oude opleidingsscholen en kwam in Breda een nieuwe opleiding, de K.M.A. (Koninklijke Militaire Academie) Hier leerden de Nederlandse officieren alles wat bruikbaar was over het voeren van oorlogen zoals het gebruiken van wapens, gevechts-technieken maar ook om er (als een ooggetuige) op los te liegen. Dat laatste is misschien wel één van de sterkste wapens. Als je verder leest begrijp je wel waarom dat zo is.
De manier om oorlog te voeren wordt iedere keer veranderd als er nieuwe vechtmanieren en wapens bedacht worden. Tegenwoordig zijn er zulke verschrikkelijke handige vernietigingswapens dat het eigenlijk niet meer nodig is dat de burgers zelf ook moeten meevechten. Vanaf een veilige plek kunnen legerspecialisten met een druk op de knop elk plekje op de wereld vernietigen als de burgers van een land daar toestemming voor geven.
Die toestemming wordt niet zomaar gegeven. De burgers moeten wél zeker weten dat een oorlog écht nodig is en dat er gevaar dreigt. Door de waarheid een beetje te verdraaien, niet alles te vertellen of het verhaal vanaf één kant te laten zien ontstaat een andere waarheid. Dát is de beste manier om de burgers toestemming te laten geven voor een oorlog.
Als in de kranten en op de radio wekenlang te lezen en te horen valt dat de vijand erg veel dodelijke wapens heeft en van plan is om deze te gebruiken en een oorlog te beginnen kun jij je misschien voorstellen hoe de mensen daarop reageren…
Juist…. !! Veel mensen – kinderen en volwassenen – worden daar angstig van. Alléén, is het écht waar wat er verteld wordt?
Het verschil tussen leugens en waarheid is namelijk heel moeilijk te zien!