Home » Geschied-en-is (Pagina 3)

Categoriearchief: Geschied-en-is

Geheime Maggi boodschappen

WL-00273, 01-08-2003, 08:02, 8C, 9106x6660 (1486+5389), 150%, affischehard, 1/60 s, R69.8, G33.3, B32.2

Emaille reclameborden, tegenwoordig zie je ze bijna nergens meer. Grote ijzeren borden met een glanzend laagje emaille eroverheen waarop reclame ‘geschilderd’ stond voor bijvoorbeeld een fietsmerk. ‘Vroeger’ zag je veel van die borden in Europa. Ze waren overal te zien, ze waren bijvoorbeeld vastgemaakt aan de muren van winkels en op andere plekken waar veel mensen langs kwamen, zoals langs de kant van de weg. Daar kon je op opvallende plekken soms een hele serie verschillende emaille reclameborden naast elkaar zien die dan op de houten hekken van een weiland waren vastgemaakt.

Ook over deze emaille reclameborden werden in de Eerste Wereldoorlog de meest gekke dingen verzonnen. Toen het Duitse leger in augustus 1914 het buurland België binnen marcheerde wisten de mensen te vertellen dat ze zéker wisten dat er spionnen aan het werk waren die de Duitse soldaten hadden geholpen. Ze wisten héél zeker dat ‘spionnen’ achterop de borden met ‘Maggi-Soep’ reclame erop (jazeker, dat bestond toen ook al) geheime informatie geschreven hadden. Daarop stond dan in moeilijke en slecht herkenbare ouderwetse Duitse letters alle informatie van de omgeving die voor de soldaten belangrijk was.

Als de Duitse soldatencolonnes in aantocht waren gingen een paar officieren vooruit, schroefden snel de ‘Maggi-borden’ los om dan op de achterkant alle geheime informatie te lezen die de spionnen erop geschreven hadden. Deze onzinpraatjes gingen als een lopend vuurtje rond en – zoals altijd – geloven de mensen sneller ‘slecht nieuws’ dan ‘goed nieuws’. In Engeland in de voorsteden van Londen bestonden zelfs speciale ‘schroevendraaiersclubs’ die ’s avonds alle emaille reclameborden los schroefden om de achterkant te controleren (en daar waren helemaal geen Duitse soldaten!!)

De tuberculose besmetting

Tuberculose

Tijdens de Eerste Wereldoorlog ging het praatje rond dat gevangen genomen Franse soldaten door de Duitsers ingespoten werden met de ’tubercel’ bacil.

Dat was niet zo maar een bacil, maar eentje waardoor ‘Tuberculose’ veroorzaakt werd, een longziekte. Dit is een erg besmettelijke en gevaarlijke ziekte waaraan mensen – zéker in die oorlogstijd – bijna altijd dood gaan. Doordat de mensen elkaar dit fantasieverhaal steeds doorvertelden als een ‘waar gebeurd verhaal’ werd de angst voor de ziekte steeds groter. Het werd zelfs zo erg dat het Engelse Parlement op 24 april 1917 hierover vergaderde.

Nadat er een onderzoek gedaan was kon geen bewijs gevonden worden voor deze tuberculose-onzin. Daarna hielden de verhalen over tuberculose besmetting langzaam maar zeker op.

De lijkenfabrieken van WOI

zeep

In 1917 verschenen er propagandaverhalen in de geallieerde kranten waarin verteld werd dat Duitsland dode soldaten niet begroef maar ze naar grote fabrieken bracht om ze in grote stoomovens te koken!! Op 16 april 1917 werden in de Engelse krant de ‘Times’ deze ‘Kadaver’ fabrieken (Corps Exploitation Establishments) voor het eerst genoemd.

In de fabrieken zouden de dode (Duitse maar óók Engelse) soldaten worden gekookt om er (nitro) glycerine uit te halen waaruit het explosieve middel TNT gemaakt werd. Het vet werd gebruikt om zeep van te maken en de olie werd gebruikt om de Duitse geweren en de kanonnen te smeren. Van alle overgebleven mensenrestjes werd veevoer en mest gemaakt voor in de groentetuin. De Engelse burgers waren woedend op de “Duitse Barbaren.”

Na de oorlog bleek ook dit verhaal van voor tot achter gelogen te zijn. Generaal J.V. Charteris van de Engelse Geheime Dienst verklapte op 2 november 1925 in een vergadering in New York dat HIJ dat allemaal verzonnen had! In werkelijkheid werden in Engeland, Frankrijk en Duitsland dode paarden en ezels in fabrieken verwerkt om dááruit olie, glycerine, vet, zeep, mest en beendermeel te halen. Engeland had in Frankrijk zelfs de grootste ‘kadaverfabriek’ waarmee ze 9.000.000 kg glycerine (TNT) uit dode beesten had gehaald.

EHBO – Eerste Hulp Bij Oorlog

EHBO

Hoe kunnen we iets doen om te proberen oorlogen te voorkomen?

10 punten waaraan je kunt herkennen dat er (wéér) oorlog gemaakt wordt. Voorkom mis-leiding, NIET NA-DENKEN maar DENK ZELF!!

  1. WIJ willen geen oorlog
  2. ZIJ zijn schuldig
  3. HUN leider is de duivel
  4. WIJ vechten voor het goede
  5. ZIJ doden expres, wij per ongeluk
  6. Zij gebruiken verboden wapens
  7. WIJ winnen omdat de burgers ons steunen
  8. WIJ worden gesteund door verstandige en intelligente mensen, professoren
  9. WIJ vechten voor een heilige en rechtvaardige zaak
  10. WIE aan ons twijfelt is een verrader / Wie niet gelijk denkt is de vijand

Radio, televisie, internet, kranten, boeken, telefoon en SPELLETJES worden gebruikt om de mis-leidende boodschappen te vertellen die zorgen voor boosheid, woede, angst en wraakgevoel. Het is gekweekte, gecontroleerde emotie.

Trap er niet in, DENK NIET NA maar VOOR!

Alléén Apenapenapenna

Oorlog is misleiding en bedrog!

De auto van de aanslag

De auto met de curieuze nummerplaat

Hier boven zie je een foto van de ‘Gräf & Stift’ (dat is het merk) zeszitter ‘Dubbel-Pheaton’. Een oud model cabriolet waarin de Oostenrijkse kroonprins Franz-Ferdinand en zijn vrouw Sophie op zondag 28 juni 1914 door Gavrilo Princip (Gabriël) met pistoolschoten doodgeschoten werd. De wagen was eigenlijk van Graaf Franz Harrach, lid van het ‘Freiwilligen Automobilkorps’ (het vrijwillige autokorps) die zijn auto die dag had uitgeleend en waarin hij zelf als adjudant van de kroonprins meereed. De Gräf & Stift had het Weense kenteken A-III-118 en met vooral dat kenteken heeft tot wilde en fantastische verhalen geleid. Verschillende ‘onheilsprofeten’ hebben de letter- en cijfercombinatie uitgelegd als een ’teken der voorzienigheid’ en zou de wapenstilstanddatum van 11 november 1918 er op te lezen zijn en met een beetje fantasie is dat ook nog te volgen.

Het Weense kenteken was echter A (Wenen) III (waarschijnlijk het district) en dan het registratie NUMMER 118. Op de foto is ook duidelijk te zien dat de ‘Romeinse 3’ (III) niet te verwisselen is met 3 x het cijfer ‘1’. Het cijfer ‘1’ heeft heel duidelijk herkenbaar ‘schreven’ bovenaan de ‘stok’, zoals heel goed te zien is op de hier onder staande foto die door een knappe computernerd is ‘opgeschoond’.

(‘schreven’ zijn de schuine streepjes boven aan de letter die je vooral ziet bij het lettertype ‘Times’. De stok is het rechtopstaande steeltje van een letter)

A III 118

Het nummerbord is aan de voorzijde van de auto niet geweldig te lezen, maar het eerste deel van de nummering is goed te zien en is een ‘Romeinse 3’ die duidelijk géén ‘schreven’ bezit! De mythe van het nummerbord blijft desondanks onuitroeibaar, vooral voor die fantasten die de mythe van de ‘voorspellende nummerplaat’ als absolute waarheid willen blijven verkopen.

11-11-11- Wapenstilstand

wapenstilstand

Op woensdag 11 november 1919 werd op alle Nederlandse scholen voor het eerst de wapenstilstand van 1918 herdacht. Tot 11 uur ging de les over de verschrikkelijke ellende die een oorlog betekende. Daarna gingen de kinderen met hun handen netjes over elkaar recht naast hun banken staan en zongen dan uit volle borst het lied ‘Ik had een wapenbroeder’. Nadat ze twee minuten stil waren geweest zongen ze het Nederlands volkslied en ging de les weer verder.