In een klein Oost-Groninger stadje ligt op het gras vlak bij een oud kanaal een rare witte bol. Wie eens goed kijkt ziet er wat letters en cijfers op staan Aangespoeld Dollard 1916. Deze aangespoelde wit geschilderde bol is eigenlijk een Mark-III Zeemijn. De Engelse marine heeft deze en honderden andere zeemijnen in het begin van de Eerste Wereldoorlog voor de Nederlandse kust gelegd. Verschillende schepen zijn door deze mijnen vergaan en zeelieden zijn daarbij omgekomen.
Wat is het verhaal van deze en andere Engelse zeemijnen voor de Nederlandse kust?
Nu, honderd jaar geleden, was het oorlog. Nog nooit in de geschiedenis vochten miljoenen mannen tegen elkaar in Europa. Mannen die eigenlijk elkaars buren waren, die anders misschien wel elkaars beste vrienden konden zijn, die anders misschien wel veel plezier met elkaar konden maken. Engelse, Duitse, Franse, Belgische, Oostenrijkse, Italiaanse, Hongaarse, Russische mannen.. ze stonden honderd jaar geleden met alle mogelijke wapens tegenover elkaar… mannen die elkaar niet eens kenden die haatten elkaar, schoten op elkaar, vermoorden elkaar. En waarom eigenlijk? De belangrijkste oorzaak heeft misschien wel bij de politieke bestuurders van die landen gelegen.
Nederland deed officieel niet mee aan die Eerste Wereldoorlog die van 1914-1918 duurde. Engeland had het graag gezien dat Nederland aan haar kant meevocht tegen de Duitsers maar veel Nederlanders waren niet zo blij met Engeland. De Tweede Boerenoorlog in Zuid-Afrika waar duizenden mensen van Nederlandse afkomst stierven in Engelse concentratiekampen was nog maar 12 jaar daarvoor – in 1902 – afgelopen. Zoals iedereen vandaag de naam van het meisje Anne Frank kent, zo kende toen bijna iedereen het meisje Lizzy van Zyl, het meisje dat in 1901 stierf in het Engelse concentratiekamp Bloemfontein. Misschien zou Nederland wel eens de kant van Duitsland kunnen kiezen, of, als de Duitsers Nederland binnenvielen, dan zou Engeland gevaar kunnen lopen. Dat was de reden dat begin augustus 1914 de Engelse marine de hele Nederlandse kust afsloot met zeemijnen.
Een ervan spoelde in 1916 aan bij de sluis in het Groningse Nieuw Statenzijl en sluiswachter Elzo Pot die ontdekte hem. De mijn werd onschadelijk gemaakt en alle explosieven werden eruit gehaald. Daarna werd hij als een soort van bijzonder souvenir bij Elzo in de tuin gelegd. De zeemijn begon daar vandaan een langzame reis door Oost-Groningen. Van de tuin van Elzo Pot verhuisde hij na een paar jaar naar Beerta voor de Stadsboerderij, daarna naar Finsterwolde en Blijham om uiteindelijk in april 1983 op de plek terecht te komen waar hij nu nog steeds ligt.
In de eerste week dat hij er lag hadden kwajongens hem in het kanaal geduwd waarna hij volgegoten is met beton en ook nog eens in beton werd vast gegoten. Nu rolt hij nergens meer heen en ligt hij stevig in het gras. Ze leeft niet meer, die aardige mevrouw Evers die in het huis woonde waar de tuin bij hoort. In 2016 stierf ze. Als klein meisje verstopte zij zich in de toen nog holle en lege oude zeemijn. Toen was de bol (die eigenlijk gemaakt was om mensen te doden) een bol geworden om mee te spelen. En zo zou het altijd moeten zijn.. geen wapens maar speelgoed, iedereen veilig en in vrede. Geen oorlog want elke oorlog is het gevolg van liegen en bedriegen.
Als je ooit toevallig voorbij het huis met deze oude Engelse zeemijn komt, dan weet je het verhaal erachter ..