Home » Columns » Oorlogsheks en Leugenfee: Nayirah al-Ṣabaḥ

Oorlogsheks en Leugenfee: Nayirah al-Ṣabaḥ

Ruim twee maanden nádat de troepen van de Iraakse dictator Saddam Hoessein de grens van het schatrijke oliestaatje Koeweit waren overgestoken zit een snotterend meisje achter een microfoon, Nayirah. Alleen haar voornaam wordt gegeven, haar achternaam wordt uit angst voor represailles tegen de achtergebleven familie niet bekend gemaakt. Het relaas van Nayirah liegt er dan ook niet om.

Op deze 10e oktober 1990 verteld deze 15-jarige met betraande ogen haar gruwelverhaal aan de aanwezigen van de House Human Rights Caucus in Capital Hill in Washington. “Ik was vrijwilligster in het ‘al-Addan’ ziekenhuis” zegt ze “en toen ik daar was zag ik gewapende Iraakse soldaten het ziekenhuis binnenstormen en de couveuseafdeling binnengaan. Ze haalden de baby’s uit de couveuses, namen deze mee en lieten de baby’s achter op de koude vloer om daar te sterven.” Haar jeugd werd haar ontstolen: “We are no children anymore” … In totaal zouden de Iraakse soldaten 312 baby’s uit de couveuses gegooid en voor dood achter gelaten hebben.

Haar verhaal sloeg in als een bom en bracht een veel grotere beroering teweeg dan de Iraakse gifgasaanval van 16 maart 1988 op het Koerdische grensdorp Halabja. De couveuse moord was opnieuw een bewijs van de moorddadigheid van de met Hitler geassocieerde Iraakse leider Saddam Hoessein. De Koeweitse verzetsbeweging Citizens for a Free Kuwait – CFK – zorgde ervoor dat haar op schrift gestelde verklaring in een door hen goed verzorgde persmap beschikbaar was voor de aanwezige media. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook wereldwijd wordt het verhaal breeduit gemeten in kranten en door TV- en radioshows. President Bush haalde haar verhaal aan als bewijs van barbaarsheid van het Iraakse regime en Amnestie International publiceerde een lijvig rapport waarin het wereldwijd aandacht voor de moord op de couveusebaby’s. Zeven Senatoren haalden het couveuse-incident aan in hun speeches om hun mede Senatoren over te halen om te stemmen voor een oorlogsresolutie. Zes Congresleden lieten zich hierdoor overhalen en stemde het Amerikaanse Congres – met een stemverschil van 5 stemmen!! – tégen Vrede en vóór het voeren van Oorlog tegen Irak.

“I volunteered at the al-Addan hospital, Nayirah said. “While I was there, I saw the Iraqi soldiers come into the hospital with guns, and go into the room where . . . babies were in incubators. They took the babies out of the incubators, took the incubators, and left the babies on the cold floor to die.”

Het CFK – Citizens for a Free Kuwait liet niet na de wereld te informeren en publiceerde een 154 pagina’s tellend boekwerk met de titel The Rape of Kuwait. Hierin werden de door Iraakse soldaten gepleegde oorlogsmisdaden uitvoerig belicht. Het boek werd op ruime schaal beschikbaar gesteld.

Het verhaal van Nayirah krijgt wereldwijde aandacht en houdt ze op 27 november 1990 een – door Hill & Knowltongeorganiseerde en geregisseerde – presentatie voor de Veiligheidsraad. Twee dagen later, op 29 november 1990 nemen de Verenigde Naties resolutie 678 aan waarin – onder dreiging van militair ingrijpen – Irak opgedragen wordt zich vóór 15 januari 1991 uit Koeweit terug te trekken. Irak weigert hieraan te voldoen en op 16 januari 1991 komt een tot de tanden bewapend geallieerd leger onder opperbevel van Generaal Norman Schwartzkopf in actie, operatie Desertstorm is begonnen. Vier maanden ná de gruwelijke uiteenzetting van Nayirah voor de House Human Rights Caucus stort een leger van 700.000 soldaten, 3.500 tanks, 1.700 vliegtuigen en zo’n 150 oorlogsschepen – waaronder enkele vliegdekschepen – dood en verderf uit over de Iraakse tegenstanders.

Een mensenmoord op grote schaal breekt los met als triest hoogtepunt de Amerikaanse luchtaanval van 26 en 27 februari 1991 op het terugtrekkende Iraakse leger, een bloedbad dat later in de geschiedenis bijgeschreven zal worden als de actie van de Snelweg des Doods. In een urenlange aanval werden duizenden voertuigen in brand geschoten en vernietigd waarbij de inzittenden letterlijk verkoolden.

Op 28 februari 1991 stoppen de gevechten, Koeweit was bevrijdt….

Wat (niet alléén) het Amerikaanse volk niet besefte, was dat ze voorgelogen, bedrogen en gemanipuleerd was. Zo was de verklaring van Nayirah zonder achternaam één grote leugen, een door het New Yorkse reclamebureau Hill & Knowlton geregisseerde mediacampagne bedoeld om de Amerikaanse burgers te misleiden en over te halen in te stemmen met het voeren van een oorlog tegen Irak.

Al op 11 augustus 1991 – negen dagen ná de Iraakse inval – was het met de regering Bush collaborerende regime in Koeweit in actie gekomen en het toonaangevende New Yorkse mediabedrijf Hill & Knowlton in de arm genomen. Zij kregen de opdracht een campagne te starten om de Amerikaanse publieke opinie gunstig te bewerken met als doel een miljarden dollars kostende Amerikaanse militaire operatie tégen Irak. Onder dekmantel van een de verzetsgroep Citizens for a Free Kuwait werd de grote rol van koninklijke Koeweitse familie verdonkeremaand. Gedurende de komende zes maanden zou Koeweit – met toestemming van de regering Bush – $11.9 miljoen doorsluizen naar deze mantelorganisatie. Om de schijn naar buiten toe op te houden droegen 78 personen voor de vorm financieel bij, in totaal het schamele bedrag van $17,861.

Een stroom van video’s, tv-verslagen en andere massamediamanipulatieve berichtgeving toverde Hill & Knowlton uit de creatieve pr-koker. Haar grootste klapper was wel het optreden van de 15-jarige Nayirah voor de House Human Rights Caucus met haar – van begin tot eind door Hill & Knowlton – uit de duim gezogen gruwelverhaal over de couveusebaby’s.

De reden dat haar achternaam niet bekend gemaakt werd, was niet “uit angst voor represailles tegen de achtergebleven familie” maar om haar ware identiteit te maskeren. Was haar achternaam wél gegeven dan had men haar volledige identiteit op de hoogte kunnen zijn. Nayirah heet voluit Nayirah bint Saud al-Sabah, de op 29 juli 1975 geboren dochter van Sjeik Saud ibn Nasir al-Sabah, de Koeweitse ambassadeur in Amerika en lid van de Koeweitse regerende koninklijke familie. Feit was dat Sjeik Saud ibn Nasir al-Sabah – diep ontroerd – met krokodillentranen naar het valse verslag van zijn dochter luisterde.

Nauwkeuriger naspeuringen zou opgeleverd hebben dat de ambassadeur én zijn familie al vóór de Iraakse inval Koeweit had verlaten, dat van de 15-jarige Nayirah niet als vrijwilligster in het al-Addan ziekenhuis werkzaam geweest kán zijn en dat de vice-precident van Hill & Knowlton – Lauri Fitz-Pegado – zich hoogstpersoonlijk met haar valse getuigenis bemoeit heeft.

Wat meer kritischer journalisten zouden direct grote kanttekeningen hebben geplaatst bij de onterechte gelijkschakeling van de House Human Rights Caucus met een officieel Comité van Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Een valse voorstelling van zaken! In werkelijkheid was het niet meer of minder dan een association of politicians voorgezeten door Tomas Peter Lantos, Democratisch afgevaardigde van California en John Edward Porter, republikeins afgevaardigde uit Illinois. Lantos bleek ook langs andere wegen indirecte verbindingen te hebben met Hill & Knowlton én op de hoogte te zijn van de volledige identiteit van Nayirah zonder achternaam. John Edward Porter, Republikeins afgevaardigde uit Illinois tevens lid van de een van de belangrijkste politiek economische NGO’s: CFR, de Council of Foreign Relation.

De Amerikaanse auteur John MacArthur zei over de‘House Human Rights Caucus’:

“The Human Rights Caucus is not a committee of congress, and therefore it is unencumbered by the legal accouterments that would make a witness hesitate before he or she lied. … Lying under oath in front of a congressional committee is a crime; lying from under the cover of anonymity to a caucus is merely public relations.”

Dezelfde auteur liet weten dat “van alle beschuldigingen tegen de [Iraakse] dictator geen enkele de Amerikaanse publieke opinie ZO beïnvloed had dan die van de Iraakse soldaten die 312 baby’s uit hun couveuses hadden gehaald en voor dood op koude ziekenhuisvloer in Koeweit Stad hadden achtergelaten.” – “Of all the accusations made against the dictator, none had more impact on American public opinion than the one about Iraqi soldiers removing 312 babies from their incubators and leaving them to die on the cold hospital floors of Kuwait City.”

Sommige criticasters merkten op dat de stijl, het karakter en de wijze van presenteren verrassend veel overeenkomsten had met de wijze waarop Engeland tijdens de Eerste Wereldoorlog Duitsland te lijf ging met gruwelpropaganda waarin de Duitse Hunnen beschuldigd werden van het vermoorden van [Belgische] baby’s. Nét als 90 jaar eerder was het ook nú een propagandaleugen en heeft men geen splinter bewijs voor deze Iraakse misdaad kunnen vinden.

Ook Prof. Francis Boyle, voormalig bestuurslid van Amnestie International – sectie Amerika – liet weten vanaf het begin zeer sceptisch te zijn. Hij vond de berichtgeving té sensationeel én vermoedde dat de beschuldigingen geuit werden in een poging om Amerika is een oorlog te betrekken. “It certainly sounded very sensationalist to me.” “…. it is simply going to be used in the United States to monger for war, and could turn the tide in favor of war.”

Hij pleitte voor een onafhankelijk onderzoek en op zijn minst voor een kritische nota die het Amnesty couveuserapport moest begeleiden, iets wat van hogerhand geweigerd werd. Voor Prof. Francis Boyle was toen duidelijk dat Amnesty International door Engelse en mogelijk Amerikaanse geheime diensten geïnfiltreerd was.

“My conclusion was that a high-level official of Amnesty International at that time, whom I will not name, was a British intelligence agent. Moreover, my fellow board member, who also investigated this independently of me, reached the exact same conclusion. So certainly when I am dealing with people who want to work with Amnesty in London, I just tell them, “Look, just understand, they’re penetrated by intelligence agents, U.K., maybe U.S., I don’t know, but you certainly can’t trust them.”

Prof. Francis Boyle liet in een interview zomer 2002 weten dat verschillende Senatoren die voorstander waren geweest voor het ondernemen van militaire actie, beïnvloed zeiden te zijn door het uitgebrachte rapport van Amnesty International. “Of the six votes in the United States Senate that passed the resolution to go to war, several of those senators said that they were influenced by the Amnesty report.”

Amerika trok ten strijde op basis van een verzinsel waarvan dat na afloop van de oorlog geen enkele getuige of bewijs gevonden kon worden!

“Since then, reputable human rights organizations and journalists have concluded that the baby incubator story was an outright fabrication. Every study commissioned by the Kuwaiti government could not produce a shred of evidence that the ambassador’s daughter had been back in occupied Kuwait to do volunteer work in a hospital. It was a total fabrication.”

Een zorgvuldig geschreven toneelstuk dat honderdduizenden mensen het leven zou gaan kosten en waarom? Om het beheer en de macht over het zwarte goud en om de sinds 1986 in Koeweit heersende al-Sabah familie in het zadel te houden. Een dictatoriaal bewind dat elke oppositie bloedig de mond snoert, journalisten intimideert en censureert en onder erbarmelijke omstandigheden werknemers als moderne slaven al het werk laten doen “terwijl de fortuinlijke en in rijkdom badende heersende klasse als verwende party-boys de beest uithangen in van Cairo tot Washington.” – “The wealthy young men of Kuwait’s ruling class were known as spoiled party boys in university cities and national capitals from Cairo to Washington.”